Zeitrim
Gebruik en trimmen gennaker
De Gennaker (asymmetrische toerspinnaker) is een allround, eenvoudig te
trimmen en te hanteren zeil voor het lichtere weer en de ruimere koersen.
De Gennaker is ontworpen om vanaf de steven, dus zonder spiboom, te
worden gevaren. Zeker wanneer de Gennaker met een stripper wordt
gebruikt is het een ideaal zeil voor de toerzeiler.
Wat is er nodig om met de gennaker te kunnen zeilen:
1) Spinnakerval
2) Schootblokken, bij voorkeur met snapshackle en
hondsvot
3) Schoot (één of twee), de lengte per schoot moet
ongeveer twee keer de scheepslengte zijn.
4) Hals-talie of hals-lijn. Het bevestigingspunt van de
halstalie moet bij voorkeur op het stevenbeslag
zitten, nog vóór de voorstag / de rolreefinstallatie.
Optie's:
5) Spi-boom of telescopische boom
6) Barber-voorziening voor de schoot
Het zetten van de gennaker (met stripper):
1) Haal de stripper-ring en de top van de stripper uit de
zeilzak
2) Bevestig de halstalie of de halslijn aan de halshoek
van de gennaker
3) Zet de halstalie of het blok van de halslijn vast op
de steven
4) Geef de talie of lijn zoveel ruimte dat de halshoek
van de gennaker na het zetten vrij staat van de
preekstoel
5) Schuif de stripper-ring zover omhoog dat de
schoothoekversteviging helemaal vrij is
6) Sla de schoot (of schoten) aan
7) Controleer of de schoot (schoten) helemaal vrij
en buiten alles om lopen
8) Bevestig de val aan het bovenste oog van de
RVS-strop in de kop van de stripper
9) Hijs de stripper, shackle 'to blocks', en
controleer of de stripper niet gedraaid is
10) Zoek een koers tussen halve en ruime wind
11) Trek de ring van de stripper met de hijslijn
rustig omhoog
12) De schoot kan ondertussen al enigszins worden
aangetrokken
13) Als de stripper helemaal omhoog getrokken is
(de kop van het zeil moet vrij zijn) kan de hijslijn
worden belegd bij de mast of op de preekstoel
De trim:
Het meest effectieve windbereik van de gennaker ligt tussen
150º en 60º (schijnbare windrichting)
Op koersen tussen 60° en halve wind kan de halstalie/
halslijn zover worden aangetrokken dat de halshoek net vrij
staat van de preekstoel.
Er staat nu een behoorlijke spanning op het voorlijk van de
genaker, de bolling ligt duidelijk voor het midden en het
achterlijk staat open.
Vier de schoot zover dat het voorlijk begint
om te krullen en trim de schoot vervolgens iets bij.
Naarmate de koers ruimer wordt kan de halstalie meer
worden gevierd. De bolling komt meer in het midden te
liggen, het geprojecteerde oppervlak van de gennaker
wordt groter.
Op echt ruime koersen is het beter om de schootvoering
d.m.v. een barber-voorziening of een extra blok op de
voetrail naar voren te brengen, het zeil staat daardoor
rustiger.
Voor de windse koersen zijn voor de gennaker niet de
meest efficiënte; 'afkruisen' is rustiger, comfortabeler en
vrijwel altijd sneller.
Als de koers zo ruim wordt dat de gennaker door de
windschaduw van het grootzeil onrustig wordt is het
doorgaans beter om het grootzeil te strijken óf, op
langere trajecten, de gennaker als spinnaker te varen
Over een andere boeg: gijpen !
Probeer nooit om overstag te gaan met
eengennaker, werk altijd 'buitenom',
dus met een gijp.
1) Uitgangspunt is een koers van 150º-160º
2) Trek het grootzeil alvast wat naar binnen
3) Vier de schoot zover dat de gennaker volledig
aan lij en voor de voorstag staat
4) Val nu vlot af naar voor de wind, gijp het
grootzeil en draai door naar 150º-160º
graden over de nieuwe boeg
5) Trek de 'nieuwe' ATS-schoot aan
6) Trim het grootzeil
Het strijken van de gennaker (met stripper):
1) Haal de druk uit het zeil door de schoot te vieren
2) Trek de stripper rustig naar beneden terwijl de schoot
zonodig verder wordt gevierd
3) Laat de stripper zakken
4) Sla val, schoot en halstalie af
5) Berg de stripper op in de zeilzak; laat de ring er eerst
uit, stouw de stripper vervolgens in de zak (onderaan
beginnen) en doe als laatste de kop en de ring van de
stripper in de zeilzak